“Tolk” of “congrestolk” – wat is het verschil?

Publiek met koptelefoons luistert naar simultaantolken in cabine

“Tolk” is geen beschermd beroep. Iedereen kan zich dus theoretisch tolk noemen. Tolken die voor politie, justitie en in de zorg werken hebben dan ook vaak maar een korte tolkopleiding van enkele maanden of zelfs weken gehad. Zij werken vaak met talen waarin geen studie tolken beschikbaar is. Zij worden vooral in gesprekssituaties ingezet (denkt u bijvoorbeeld aan een getuigenverhoor bij de politie) en hebben weinig of geen ervaring met simultaantolken. Ook werken zij meestal uitsluitend in de landelijke context.

Congrestolken daarentegen hebben doorgaans een academische achtergrond. De meesten hebben het vak tolken aan een universiteit gestudeerd (in het Nederlandse taalgebied kan dit alleen in België). Zij worden ingezet bij internationale instellingen zoals de VN en de EU, voor internationale congressen, vakconferenties, in de diplomatie en in het bedrijfsleven. Voor hun werk zijn een academisch denkniveau en een brede algemene kennis onmisbaar. Zij zijn op de hoogte van ontwikkelingen op politiek, juridisch en technisch gebied en werken meestal in een internationale context. Tegenwoordig betreft het merendeel van de opdrachten simultaantolken. De foto toont twee leden van onze coöperatie in een tolkencabine aan het werk tijdens een internationale bijeenkomst.

De leden van Congrestolken werken bijvoorbeeld voor de Europese instellingen in Brussel, Straatsburg, Luxemburg en Nederland, voor VN-instellingen in Nederland (zoals het Internationaal Strafhof en Gerechtshof in Den Haag), bij het Rijk en voor opdrachtgevers uit het bedrijfsleven uit de hele wereld. Zij zijn allemaal lid van AIIC, het internationale beroepsverband van congrestolken. AIIC staat voor kwaliteit en lidmaatschap is daarmee een soort keurmerk.

Hier vindt u meer informatie over onze leden.

Hier vindt u meer informatie over AIIC.

Mobiele versie afsluiten